Lente rond de vuurtoren
Door Jasper Hauser en Loek Buter — 24 Maart 2022
8 min lezen - English, Français, Deutsch
Deze publicatie over de lente, is de eerste in een komende reeks over het zelfvoorzienende leven rond ‘It Toarntsje‘. De Vuurtoren van het Friese Workum, boven op de Hylperdyk uitkijkend over het IJsselmeer. Rond de vuurtoren bouwden Reid en Cornelie hun eigen zelfvoorzienende biotoop, een wereld waarin alles draait om de relatie tussen mens, dier en de natuur.
Vanachter het matglas
Loek Buter, fotograaf
Vanachter het matglas van mijn Hasselblad staar ik naar de glazen potjes. In een van de bedden van de moestuin staan ze keurig in een rijtje, met de opening stevig in de grond gedrukt. Daar waar ze in de winter nog gevuld waren met honing of jam groeien er nu slaplantjes onder. Een zelfvoorzienend leven leid je niet alleen in de zomer als de natuur een overvloed levert, maar ook in het vroege voorjaar, om dan verse groentes te kunnen eten moet je inventief zijn. Cornelie plaatste de potjes zorgvuldig over haar jonge plantjes waar ze fungeren als een soort minikasjes. Ze bieden bescherming tegen nachtvorst en houden de warmte vast van de eerste lentezonnestralen. Maar tot die plantjes groot zijn is het de grote tomatenkas die de eerste maaltijd levert. Al begin april worden daar de eerste groentes geoogst. Cornelie poseert trots voor mijn camera met een mand vol radijsjes en rucola voor een salade.
In de verte horen we een belletje rinkelen. Een teken dat Reid de lunch heeft klaargezet. Bij het kippenhok haalt Cornelie nog wat eieren en over de met fris groen gras begroeide paden lopen we naar de Vuurtoren. Met mijn cameratassen en statief sjouwend is het opletten waar je loopt. Overal in het gras staan de meest prachtige bollen in bloem, er staan narcissen, sneeuwklokjes, kievietsbloemen en krokussen in alle soorten en maten.
Binnen aan de eettafel vertelt Reid enthousiast hoe hij al die bollen ooit eigenhandig heeft geplant zodat de bijen ook in het vroege voorjaar al iets te eten hebben. Op tafel staat een pot honing van het vorige seizoen tussen vaasjes met diezelfde sneeuwklokjes en narcissen. Mijn camera staat tijdens het eten naast me op een statief en ik draai er mijn 150 mm lens op om de vaasjes te fotograferen. Tot zijn grote verdriet zegt Reid dat hij nauwelijks nog buiten komt en zijn ogen zo slecht zijn geworden dat hij de bloeiende bolletjes door de ramen nauwelijks kan zien.
Als we na het eten weer naar buiten lopen vertelt Cornelie hoe Reid het werken in de natuur mist en dat ze vrijwel dagelijks verse bloemen plukt voor Reid. En dat ze onlangs toen ze door het raam naar binnen keek Reid daar bij die vaasjes zag staan met in zijn handen een paar sneeuwklokjes. En hoe hij die met zijn grote werkhanden naar zijn neus bracht en er lang en liefdevol aan rook.
Een Speurtocht
Jasper Hauser, initiator en kleinzoon
In de lente verhuist het leven rond de vuurtoren langzaam weer meer naar buiten, terug de natuur in, in voorbereiding op de beloften van het komende weelderige seizoen.
Je weet nooit waar Reid en Cornelie bezig zijn, het is altijd een speurtocht. Bij de vuurtoren rechts naar beneden de dijk af, het handgemaakte bruggetje over, het paadje langs het riet omringde meertje, op weg naar de bloeiende boomgaard, en de bokken die je van ver kunt ruiken. Richting de buitenhuisjes en stal rond het meer en de tuinen. Het drassige pad is altijd hetzelfde, maar wat je onderweg ruikt en ziet is telkens net zo divers als de herinneringen van vorige bezoeken.
Op bezoek als klein jongetje was het altijd een verrassing waar ik Reid en Cornelie zou vinden. Op de vuurtoren, in zijn grote werkplaats (muren vol gereedschap, plafonds vol katrollen), de moestuin, bij de bijen of dieren? Als ik mijn grootvader Reid eenmaal had gevonden, werd ik altijd eerst liefdevol doch hardhandig plat geknuffeld. Vastgehouden door zijn handen die voelden als bankschroeven, slingerde hij mij graag over het krakende bruggetje, plagend eng over het water. Bij die riekende bokken moest er altijd een plukje van zijn pijpstabak gevoerd worden, dat was goed voor de spijsvertering. Die bok vond het vooral erg lekker.
De vuurtoren is voor mij onlosmakelijk verbonden met de rijke herinneringen aan Cornelie en mijn grootvader Reid. Hij is er niet meer, maar hier is hij nog overal te zien, elke plant en plank draagt zijn handschift. Ik ben dankbaar en trots dat ook mijn kinderen, zijn achterkleinkinderen, de plek en manier van leven in hun leven hebben. Echt in het moment, in de natuur die op knappen staat. Tot op de dag van vandaag een ware ontsnapping van mijn normale, in technologie gedrenkte, grootstedelijke leven.